15/01/2018 - Reportage

door Etienne Visart
foto's matt howell

Porsche 917 <br>"Pink Pig"

Ster ondanks zichzelf!

Van de vijfenzestig exemplaren die Porsche van 1969 tot 1973 gebouwd heeft, is de 917/20 een echte ster geworden. Hij kreeg trouwens een uitgelezen plaats in het nieuwe Porsche museum in Stuttgart-Zuffenhausen (geopend in januari 2009), maar dankt die eer eerder aan zijn roze kleur dan aan zijn palmares …

door Etienne Visart
foto's matt howell

Porsche 917 <br>"Pink Pig"

Ster ondanks zichzelf!

Van de vijfenzestig exemplaren die Porsche van 1969 tot 1973 gebouwd heeft, is de 917/20 een echte ster geworden. Hij kreeg trouwens een uitgelezen plaats in het nieuwe Porsche museum in Stuttgart-Zuffenhausen (geopend in januari 2009), maar dankt die eer eerder aan zijn roze kleur dan aan zijn palmares …

Longines World’s Best Racehorse

In maart 1969 presenteert Porsche met luide trom het eerste exemplaar van de 917 op het autosalon van Genève, waar hij onmiddellijk in de kijker loopt. Enkele maanden eerder, in juni 1968, had de FIA (Fédération Internationale de l'Automobile) een belangrijke ingreep in het reglement voor wagens voor uithoudingsraces in de Sport categorie aangekondigd. Het minimale aantal gebouwde wagens (met een minimumgewicht van 800 kg en een maximale cilinderinhoud van 5 liter), vereist voor de homologatie, werd teruggebracht van vijftig tot vijfentwintig eenheden aan het einde van een periode van twaalf opeenvolgende maanden. Dit bijllijkere aantal had tot doel een groter aantal constructeurs aan te trekken. Het kleine merk Porsche, sinds 1951 aanwezig in Le Mans, wil die gelegenheid aangrijpen om eindelijk zijn droom waar te maken: de algemene rangschikking van de 24 Uren van Le Mans winnen, en niet alleen zeges in bepaalde categorieën behalen.

Longines World’s Best Racehorse

De tijd dringt, er rest Porsche minder dan een jaar om een nieuwe wagen te ontwikkelen die aan deze nieuwe reglementering voldoet. Het merk uit Stuttgart-Zuffenhausen verwierf echter al een solide ervaring in de jaren 1960 met respectievelijk de 904, 906, 910 en 908. Laatstgenoemde dienst als basis voor de ontwikkeling van de toekomstige 917, die wordt toevertrouwd aan de briljante jonge ingenieur Ferdinand Piëch.

De hand van Ferdinand Piëch!

De tijd dringt, er rest Porsche minder dan een jaar om een nieuwe wagen te ontwikkelen die aan deze nieuwe reglementering voldoet. Het merk uit Stuttgart-Zuffenhausen verwierf echter al een solide ervaring in de jaren 1960 met respectievelijk de 904, 906, 910 en 908. Laatstgenoemde dienst als basis voor de ontwikkeling van de toekomstige 917, die wordt toevertrouwd aan de briljante jonge ingenieur Ferdinand Piëch. De kleinzoon van Ferdinand Porsche, vandaag voorzitter van de raad van commissarissen van de Volkswagen groep, was immers pas tot hoofd onderzoek en ontwikkeling en van het "raceprogramma" benoemd, nadat hij sinds zijn komst in Stuttgart in 1963 al diverse andere functies had vervuld. De motoren waren zijn specialiteit. Geruggensteund door zijn team bedenkt Ferdinand Piëch eerst een luchtgekoelde 12-cilinder boxermotor met een cilinderinhoud van 4,5 liter (die verhoogd zal worden tot 4,9 liter en 1970 en tot 5 liter in 1971), gebaseerd op de 8-cilinder van de 908. Alle andere elementen (onder meer het aluminium buizenchassis en het koetswerk in met glasvezel versterkt synthetisch materiaal) zijn eveneens afgeleid van de 908, maar werden aangepast aan het hogere motorvermogen (aanvankelijk 520 pk!) en vooral aan de lengte van de "boxer": meer dan één meter. Vijf weken na de voorstelling van de eerste 917 in Genève staan de vijfentwintig exemplaren, opgelegd door het nieuwe reglement, op het binnenplein van de fabriek om de 917 door de sportieve instanties te laten homologeren. Van een merk is echter geen spoor! Ferdinand Piëch is immers nog niet zo ver! Na eindeloze onenigheid beslisten de neven Ferry Porsche en Louise Piëch (zijn zus) immers de rechtsvorm van de onderneming te wijzigen om te verhinderen dat de familie ooit nog rechtstreeks en actief het beheer zou kunnen waarnemen. Ferdinand Piëch moet dus zijn post verlaten (hij zal later verklaren dat hij niet in de juiste tak van de familie geboren is!) en neemt de leiding over van de technische ontwikkeling bij Audi, waar hij vervolgens tot 1992 directeur zal worden, met het bekende succes.

Longines World’s Best Racehorse

Longines World’s Best Racehorse

Een moeilijk debuut!

Op 14 juni 1969 komen drie Porsches 917 aan de start van de 24 Uur van Le Mans: twee fabriekswagens in lange versie (LH) om sneller te zijn op de zeer lange rechte strook van de Hunaudières en één van het privéteam John Woolfe Racing. Rolf Stommelen zet de beste tijd neer in de proefritten en Vic Elfort rijdt de snelste ronde, maar geen enkele 917 zal de race uitrijden. De 908 coupé moet tot het einde alleen strijden tegen de Ford GT40 van Jacky Ickx en Jackie Oliver. Het laatstgenoemde duo wint de race met 120 meter voorsprong. Met 7 overwinningen op 10 proeven wordt Porsche aan het einde van het jaar toch wereldkampioen bij de constructeurs, maar dat is aan de 908 te danken. De 917 won slechts één race (zijn eerste zege), helemaal aan het einde van het kampioenschap, op de 1.000 kilometer van Oostenrijk. Het is maar normaal dat deze zeer krachtige en niet altijd gemakkelijk in de hand te houden wagen in zijn eerste races vele technische problemen heeft gekend. De verworven ervaring zal echter het volgende jaar vruchten afwerpen.

De komst van Ferrari met de 512S zit de leiding van Porsche dwars. Om zoveel mogelijk troefkaarten te kunnen uitspelen, beslist men diverse exemplaren van de 917 toe te vertrouwen aan "privéteams" (tussen aanhalingstekens omdat de ingenieurs van het merk een oogje in het zeil houden!), waaronder dat van John Wyer dat, onder de kleuren van de oliemagnaat Gulf, een benijdenswaardige erelijst bijeengereden heeft met Ford (onder meer verscheidene overwinningen in Le Mans). In 1970 geeft de renstal van John Wyer niet alleen belangrijke logistieke steun aan Steve McQueen voor de opnamen van diens film "Le Mans", maar wint hij ook de 6 Uur van Watkins Glen en de 24 Uur van Daytona. In de 24 Uur van Le Mans mist het team echter de boot en moeten zijn drie wagens al snel de strijd staken. De Oostenrijkse renstal Porsche KG Salsburg (gecontroleerd door de familie Piëch) komt de eer toe de 24 Uur van Le Mans te winnen vóór de officiële fabriekswagen (ingezet onder de vlag van het Martini Racing Team). Twintig jaar na zijn debuut in Sarthe heeft Porsche eindelijk zijn doel bereikt. Het merk wint voor het tweede opeenvolgende jaar het wereldkampioenschap bij de constructeurs dankzij de punten die door de 917 en 908 gegaard werden en vooral de zeven overwinningen van John Wyer Automotive.

Longines World’s Best Racehorse

Longines World’s Best Racehorse

Bevestiging in 1971!

Voor 1971 gebruikt Porsche dezelfde ingrediënten en teams om zijn titel te verlengen en opnieuw te zegevieren in Le Mans. Net zoals het vorige jaar wint Porsche het wereldkampioenschap voor merken, met acht overwinningen op tien (waaronder vijf voor John Wyer Automotive, dat tweede eindigt in Le Mans). Hoewel vijf van de zeven ingezette wagens moeten opgeven, is het toch een Porsche 917 – die van de officiële renstal onder de kleuren van het Martini Racing Team – die zich in de 24 Uur van Le Mans onderscheidt, deze keer met Gijs van Lennep en Helmut Marko achter het stuur. Met een gemiddelde snelheid van 222 km/u en 5.335 afgelegde km behielden zij zelfs tot in 2010 het record van de race. Een bijzonderheid van hun 917 met "korte staart", herkenbaar aan zijn "haaienvinnen" op de achtervleugels, is een buizenchassis in magnesium. In 1971 breekt de 917 met lange staart een ander record: in de rechte lijn van de Hunaudières bereikt de racewagen met het nummer 21 (Vic Elford achter het stuur) een snelheid van 387 km/u. Voor deze editie 1971 van de 24 Uur van Le Mans hebben de ingenieurs en technici van de "raceafdeling" bij Porsche bovendien een zeer bijzondere versie van de 917 ontwikkeld. Die draagt het chassisnummer 20. Deze auto combineert niet alleen de twee modellen K en L, met elementen van zowel de korte als de lange versie en van de 908, maar is vooral ook veel breder en ronder.

Net een dik varken!

Met deze experimentele auto wil Porsche bepaalde aerodynamische oplossingen testen die eventueel op de toekomstige 917 Can-Am versie kunnen worden gebruikt. Wanneer de leiders van Martini hem tijdens een bezoek aan Stuttgart ontdekken, vinden ze hem bijzonder lelijk. Ze vergelijken hem zelfs met een dik varken. Hoewel de 917/20 onder de vlag van het Martini Racing Team zal worden ingezet, wil men daar niet dat hij de gebruikelijke kleuren van het team draagt omdat hij hun imago zou kunnen schaden ...

Longines World’s Best Racehorse

Nadat Porsche van de eerste verrassing bekomen was, besliste men de mensen van Martini op hun woord te nemen en van het model een "truffeljager" ("Der Truffeljäger") te maken. De 917/20 wordt in de roze kleur van een varken geschilderd (vandaar de toenaam "Pink Pig") en versierd met stippellijnen die de diverse stukken van het varken weergeven. Ook de benaming van deze stukken wordt op het koetswerk geschilderd. De auto moet helaas halverwege de race opgeven wegens problemen met de remkoeling, maar hij spreekt tot de verbeelding en zal door talrijke modelbouwers in verkleinde vorm worden nagemaakt vóór hij een bevoorrechte plaats krijgt toegewezen in het Porsche museum. De wagen werd toevertrouwd aan de Duitse piloten Willi Kaushen en Reinhold Joest. Terwijl de eerste (van wie we vooral zijn overwinning in de 24 Uur van Francorchamps 1970 in de Porsche 911 onthouden) weinig succesvol was met de naar hem genoemde renstal, verwierf de tweede grote bekendheid via zijn Joest Racing team. Dit team kan er namelijk prat op gaan onder meer twaalf keer de 24 Uur van Le Mans te hebben gewonnen. Eerst als onafhankelijke renstal, later als officiële vertegenwoordiger van Porsche, maar vooral door in te staan voor de ontwikkeling en deelname van de Audi's R8, R10 Diesel, R15 Diesel en R18 e-tron Quattro (en dan is er nog het Bentley-intermezzo met de Speed 8 in 2003). De 917 van zijn kant zette zijn carrière voort in Noord-Amerika, in het Can-Am kampioenschap. Een nieuwe wijziging van het reglement betekende in 1972 immers het einde voor de wagens uit de Sport-klasse en de motoren met een cilinderinhoud van meer dan 3 liter. In juni 1972 brengt het privéteam Penske (dat de belangen van Porsche vertegenwoordigt) vernieuwing in de autosport met de drukgevulde Spyder 917/10. Met een vermogen tot 1.000 pk is de Porsche Spyder in het Can-Am kampioenschap oppermachtig, met George Follmer achter het stuur. Het volgende jaar maakt de Spyder 917/30 met 1.200 pk een opmerkt competitiedebuut. Het meesterschap van deze bolide, bestuurd door Mark Donohue, is zo overweldigend dat het reglement van de Can-Am serie zal worden aangepast om een nieuwe deelname tijdens het seizoen 1974 te verhinderen. Voor de Porsche 917 betekent dit het einde van zijn carrière. Maar wat voor een carrière …

Longines World’s Best Racehorse

To keep the emotion,
subscribe to the Newsletter

loader